De CSRD in detail

De CSRD vormt een integraal onderdeel van de bredere Europese Green Deal, een reeks beleidsinitiatieven met als overkoepelend doel Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Deze transitie naar een duurzame economie vereist een fundamentele herziening van bedrijfsmodellen en operationele praktijken.

De meeste grote bedrijven in onze sector zijn verplicht om in het officieel jaarverslag van 2026 te rapporteren over het boekjaar 2025. Concreet betekent dit dat vanaf 1 januari 2025 bepaalde datapunten moeten worden gemeten. Daarnaast moet er ook over beleid gerapporteerd worden. Die documentatie kan stapsgewijs worden opgebouwd of samengesteld uit interne bedrijfsbronnen en input van Sustacon. Bovendien wordt vanaf april/mei 2025 duidelijk hoe beursgenoteerde bouwbedrijven hiermee omgaan, wat ons ook inspiratie kan bieden voor algemene onderwerpen.

Bedrijven moeten rapporteren over hun impact op milieu, sociale aspecten en governance, oftewel ESG-factoren. Om deze gegevens op een consistente manier te verzamelen en te rapporteren, moeten bedrijven de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) volgen. Deze standaarden zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat de gerapporteerde informatie vergelijkbaar, relevant en betrouwbaar is. Er zijn twee algemene standaarden en drie zogenaamde topical standards die ingaan op de thema’s E (milieu), S (sociaal) en G (goed bestuur). Voor de bouwsector zijn vooral de twee belangrijkste standaarden van toepassing, die vrijwel in al onze projecten in Vlaanderen terugkomen.

De CSRD functioneert als een soort duurzaamheidsboekhouding die bedrijven verplicht tot transparantie, hen stimuleert om strategisch na te denken over hun impact op ESG-onderwerpen en hierover actie te ondernemen. Hierdoor heeft de CSRD een invloed op de rapportageprocessen en grijpt zij in de bedrijfsstrategie in, waardoor duurzaamheid een integraal onderdeel wordt van de langetermijnplanning en risicobeheer van het bedrijf.

Om duidelijk te maken wat de CSRD precies inhoudt, zijn een aantal belangrijke begrippen en afkortingen geselecteerd. Deze sluiten aan bij een stappenplan dat helder weergeeft hoe de rapportering wordt opgebouwd. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn:

1

ESG-thema’s en duurzaamheid

2

Waardeketen en activiteiten

3

Dubbele materialiteit

4

Scoringsmethodiek

5

Stakeholderconsultatie

6

European Sustainability Reporting Standards

7

Datapunten

ESG-thema’s en duurzaamheid

ESG staat voor Environmental, Social en Governance. De CSRD vraagt bedrijven om de belangrijkste ESG-trends in hun sector goed te begrijpen. Voor de Vlaamse bouwsector is dat dankzij studies van Buildwise en Embuild goed te doen. Toch blijven strategische en economische thema’s, zoals materiaalprijzen, consumentengedrag, schaalvoordelen en bouwindustrialisatie, vaak buiten beeld. De CSRD biedt echter ruimte om deze onderwerpen via ESG-IRO-thema’s (Impact, Risico en Opportuniteit) toch mee te nemen. Door een bredere aanpak ontstaat meer waarde met minimale extra inspanning.

De belangrijkste onderwerpen die onder de CSRD vallen, zijn:

Klimaatverandering en CO₂-uitstoot

Gebruik van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en energie

Biodiversiteit en andere milieuaspecten

Arbeidsomstandigheden en mensenrechten

Diversiteit en inclusie

Corporate governance en ethisch beleid

De officiële lijst van CSRD-thema’s, de Artikel 16-onderwerpen, is breed opgezet om alle sectoren te dekken. Om deze relevant te maken voor de bouwsector heeft Sustacon een eigen bouwspecifieke IRO-lijst ontwikkeld. Hierin worden cruciale thema’s, zoals klimaat en circulariteit, verder uitgediept en minder relevante onderwerpen weggelaten.

Algemene Sustacon-bouwonderwerpen verwijzen naar de volledige ESRS, terwijl meer specifieke onderwerpen betrekking hebben op subcategorieën of sub-subcategorieën. Strategische onderwerpen zijn niet gekoppeld aan specifieke ESRS-vereisten, maar zijn bedoeld om strategische waarde te bieden. Van de 77 onderwerpen zijn er 51 gekoppeld aan de formele CSRD-onderwerpen en zijn er 26 van wat wij strategische waarde noemen.

De terminologie van de CSRD is niet geschikt voor de bouwsector, en de definities van de ESRS-standaarden zijn te algemeen. Wij spreken de taal van de bouwsector, en de Sustacon-lijst is veel specifieker. Deze lijst helpt medewerkers om betere ideeën en voorbeelden te genereren, waardoor de strategische waarde van de oefening toeneemt.

Daarnaast bieden we een concordantielijst om ervoor te zorgen dat alles wat aan de CSRD kan worden gekoppeld, is afgedekt. Van daaruit gaan we door naar de rapportagevereisten van de CSRD. Voor het strategische aspect kunnen we altijd terugverwijzen. Wanneer we gegevens moeten verstrekken of een beleid moeten documenteren, kunnen we eenvoudig specifiek zijn omdat we al hebben vastgesteld wie binnen de organisatie betrokken is.

Waardeketen en activiteiten

Elk bedrijf moet de volledige waardeketen analyseren om duurzaamheidsimpact te identificeren en te rapporteren. Dit omvat het in kaart brengen van upstream- (leveranciers) en downstream-activiteiten (distributie, gebruik, en einde levensduur) om milieueffecten, sociale risico's en governance-aspecten te evalueren. Daarnaast moet er een input-output flow van de eigen processen worden gemaakt, om grondstofstromen, energiegebruik, emissies en afvalstromen goed te kunnen analyseren. De waardeketenanalyse moet geïntegreerd worden in de bredere strategie en risicobeheer van het bedrijf. In de praktijk kan men dat vrij simpel houden en werken vanuit bijvoorbeeld een functioneel organigram of ISO flowcharts. Een standaardmodel voor de bouw (aannemingen) ziet er zo uit.

CEO Image

Dubbele materialiteitsanalyse (DMA)

Een cruciaal element van de CSRD is het concept van dubbele materialiteit. Dit houdt in dat ondernemingen zowel moeten rapporteren over hoe duurzaamheidsfactoren hun financiële prestaties beïnvloeden (financiële materialiteit), als over hoe hun activiteiten impact hebben op mens en milieu (impactmaterialiteit).

Financiële materialiteit betreft de wijze waarop duurzaamheidskwesties, zoals klimaatverandering of grondstoffenschaarste, de financiële positie en resultaten van ons bedrijf beïnvloeden. Bijvoorbeeld, strengere milieuregelgeving kan leiden tot verhoogde operationele kosten, terwijl veranderende weerpatronen onze bouwprojecten kunnen verstoren en vertragen. Denk maar aan de 1 miljoen onproductieve dagen door weerverlet in de eerste helft van dit jaar.

Impactmaterialiteit richt zich op de invloed die onze bedrijfsactiviteiten uitoefenen op het milieu en de samenleving. Dit omvat onder andere de hoeveelheid CO₂-uitstoot die voortkomt uit onze projecten, het energieverbruik, en de manier waarop wij lokale gemeenschappen en ecosystemen beïnvloeden.

De A in DMA staat voor de analyse van de dubbele materialiteit. Hiertoe moet er door een representatieve en geïnformeerde groep interne en externe betrokkenen een kwantitatieve inschatting gegeven worden.

Scoringsmethodiek

Om tot de DMA te komen, moet er gescoord worden. Dit gebeurt aan de hand van een zeer specifieke methodiek. Wanneer we naar risico's en kansen kijken, is het cruciaal om te evalueren hoe groot de impact op verschillende bedrijfsaspecten kan zijn. Denk aan EBITDA, operationele werking, reputatie, en concurrentiepositie. Voor elke risico-inschatting kunt u de gevolgen op een schaal van 1 tot 7 beoordelen – waarbij 1 staat voor weinig invloed en 7 voor een zeer grote impact. Het is belangrijk ook te denken aan het tijdspad waarop deze gevolgen zich kunnen manifesteren: kort (binnen een jaar), middellang (2-4 jaar) of lang (meer dan 5 jaar).

Naast risico’s kunnen sommige onderwerpen ook kansen bieden. Door een slimme aanpak kunnen bepaalde bedreigingen juist worden omgezet in waardevolle opportuniteiten voor het bedrijf. De waarde van deze kansen kan worden gemeten aan de hand van dezelfde schaal van 1 tot 7, waarbij zowel de operationele impact als de invloed op EBITDA, reputatie en concurrentiepositie kan worden beoordeeld. Ook hier is de termijn waarop de effecten zichtbaar worden van belang.

Het effect dat uw keuzes hebben op een bepaald onderwerp is eveneens van groot belang. Kan het bedrijf, door actief in te grijpen, een positieve verandering teweeg brengen en zo de situatie verbeteren? Of kan het juist door passief gedrag onbedoeld het probleem verergeren? De mate van positieve of negatieve impact, inclusief de geografische reikwijdte, kan opnieuw worden beoordeeld op een schaal van 1 tot 7. Bij negatieve effecten is het daarnaast van belang om in te schatten hoe onherstelbaar deze zijn. Een negatieve impact kan op korte, middellange of lange termijn plaatsvinden, en de vraag is hoeveel schade deze zou kunnen aanrichten die mogelijk niet meer terug te draaien is.

Bij elke beoordeling moet het potentiële risico worden meegenomen zonder beheersmaatregelen in acht te nemen. Dit helpt om een eerlijk beeld te krijgen van de kwetsbaarheid van het bedrijf ten aanzien van bepaalde risico’s of kansen. Indien een onderwerp boven de drempelwaarde scoort (bv. 4,5 wanneer men een Likert-schaal van 7 gebruikt) dan dient men het mee te nemen. We kijken dan met welke datapunten binnen welke ESRS het overeenkomt en dat vormt dan de basis om over het onderwerp te rapporteren.

Stakeholderconsultatie

Stakeholderconsultatie is een essentieel proces om te voldoen aan de CSRD-vereisten en helpt bedrijven inzicht te krijgen in de impact, risico’s en kansen (IRO) zoals die door belanghebbenden worden ervaren. Dit proces ondersteunt een dubbele materialiteitsanalyse, waarin interne prioriteiten worden afgestemd op externe verwachtingen. Door feedback van stakeholders zoals klanten, leveranciers, investeerders en werknemers krijgen bedrijven waardevolle inzichten in ESG-thema’s die relevant zijn voor hun waardeketen. Dit maakt het mogelijk om materiële onderwerpen beter te prioriteren en te valideren, en zorgt voor strategische afstemming waarmee bedrijven proactief kunnen inspelen op trends en verwachtingen.

Het proces van stakeholderconsultatie verloopt in vier duidelijke stappen:

1

Identificeren van stakeholders

Bedrijven selecteren stakeholders op basis van hun invloed en belang in het bedrijfsmodel. Dit omvat groepen zoals klanten, leveranciers, overheden, sectororganisaties en werknemers. Deze stap is cruciaal om een representatief beeld te krijgen van alle relevante belanghebbenden.

2

Verzamelen van feedback

Feedback wordt opgehaald via online vragenlijsten en diepte-interviews. Dit proces levert zowel brede input over ESG-prioriteiten als gedetailleerde inzichten in specifieke thema’s. Stakeholders beoordelen onderwerpen op relevantie en impact.

3

Beoordelen van materiële onderwerpen

Stakeholders scoren de onderwerpen op financiële risico’s, kansen en impact, zowel vanuit een inside-out (invloed van het bedrijf op de omgeving) als outside-in (invloed van de omgeving op het bedrijf) perspectief.

4

Analyseren en integreren van resultaten

De verzamelde inzichten worden verwerkt en geïntegreerd in de dubbele materialiteitsmatrix. Dit helpt bedrijven bij het stellen van prioriteiten en het onderbouwen van strategische keuzes die passen bij zowel interne als externe verwachtingen.

Met Sustacon’s aanpak garanderen we een gestructureerd en doelgericht consultatieproces dat voldoet aan de wettelijke eisen en strategische waarde toevoegt.

European Sustainability Reporting Standards

De European Sustainability Reporting Standards (ESRS) zijn een reeks gedetailleerde richtlijnen die bedrijven in de Europese Unie moeten volgen bij het rapporteren over duurzaamheid. Deze standaarden zijn ontwikkeld om de implementatie van de CSRD te ondersteunen en duurzaamheid te integreren in de bedrijfsstrategie, terwijl ze transparantie bevorderen voor stakeholders en consumenten.

De ESRS bestaan uit twaalf rapportagestandaarden, onderverdeeld in twee algemene standaarden (ESRS 1, ESRS 2) en tien thematische standaarden, op hun beurt opnieuw onderverdeeld in milieunormen, sociale normen en governance-normen. Hieronder worden alle rapportagestandaarden afzonderlijk van elkaar besproken en verduidelijkt.

Met de ESRS weten bedrijven precies welke informatie ze moeten delen, waardoor duurzaamheidsrapportages vergelijkbaar en betrouwbaar worden. Dit helpt bij compliance, en draagt ook bij aan de transitie naar een duurzamere economie in Europa.

CEO Image

ESRS 1: Algemene vereisten

ESRS 1 vormt de ruggengraat van de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) en beschrijft de belangrijkste concepten en eisen voor duurzaamheidsrapportage. Het geeft bedrijven duidelijke richtlijnen over wat ze moeten rapporteren en hoe ze dit moeten aanpakken.

De belangrijkste punten uit ESRS 1 zijn:

De reikwijdte van de waardeketen: Bedrijven moeten rapporteren over alle activiteiten en relaties binnen hun eigen organisatie, maar ook in de bredere toeleverings- en distributieketens. Dit omvat ook de bredere omgeving waarin ze opereren, zoals sociale en ecologische impact in hun keten.

Voorbeeld-KPI’s:

CO₂-uitstoot: scopes 1, 2 en 3 emissies in ton CO₂-equivalenten per jaar

Energieverbruik: totaal energiegebruik en aandeel hernieuwbare energie, uitgedrukt in MWh of percentage

Afvalbeheer: percentage gerecycled afval en afvalvolume in tonnen

Watergebruik: totale waterconsumptie in kubieke meters en percentage hergebruikt water

Dubbele materialiteit: Dit concept vraagt bedrijven om duurzaamheid vanuit twee invalshoeken te benaderen:

  • Financiële materialiteit: Hoe beïnvloeden duurzaamheidsfactoren het bedrijf?
    Bijvoorbeeld: hoe raken klimaatrisico’s uw winst of bedrijfsmodel?
    Voorbeeld-KPI’s:

    Kostenbesparing door duurzaamheidsinitiatieven, zoals energie-efficiëntieprojecten, uitgedrukt in euro’s per jaar

    Percentage circulaire grondstoffen in de productieketen

  • Impactmaterialiteit: Hoe beïnvloedt het bedrijf mens en milieu?
    Bijvoorbeeld: wat is de ecologische voetafdruk van uw activiteiten?
    Voorbeeld-KPI’s:

    Ecologische voetafdruk van bedrijfsactiviteiten in hectare verloren biodiversiteit of tonnen CO2-reductie

    Omzetpercentage afkomstig van duurzame producten of diensten volgens de EU-taxonomie

Het belang van stakeholderbetrokkenheid: Bedrijven moeten in gesprek gaan met alle relevante partijen in hun waardeketen, zoals werknemers, leveranciers, klanten en gemeenschappen. Ook wordt verwacht dat zij luisteren naar de behoeften van gebruikers van de duurzaamheidsrapportages, zoals investeerders en toezichthouders.

Voorbeeld-KPI’s:

Aantal stakeholders dat participeert in consultaties (bijvoorbeeld via vragenlijsten of interviews)

Frequentie van stakeholderdialogen per jaar

Percentage leveranciers dat voldoet aan duurzaamheidseisen (bijvoorbeeld 80% gecertificeerd volgens ISO 14001)

Aantal rapportages waarin rekening wordt gehouden met input van externe stakeholders

ESRS 1 benadrukt ook de rol van due diligence (zorgvuldigheid in het verzamelen en verifiëren van informatie) en bepaalt welke tijdshorizons relevant zijn voor rapportage. Deze standaard zorgt ervoor dat bedrijven gestructureerd, volledig en begrijpelijk rapporteren over hun duurzaamheidsimpact.

ESRS 2: Algemene openbaarmakingen

ESRS 2 is de tweede overkoepelende standaard binnen het ESRS-framework en beschrijft welke informatie bedrijven verplicht moeten opnemen in hun duurzaamheidsrapportage, ongeacht de resultaten van een dubbele materialiteitsanalyse.

Deze standaard baseert zich op 4 pijlers, die bedrijven moeten volgen bij het rapporteren van duurzaamheidsinformatie:

Governance

Bedrijven moeten rapporteren over hun bestuursstructuur, inclusief de rol van administratieve, management- en toezichthoudende organen. Hierbij hoort ook informatie over hoe deze organen betrokken zijn bij en expertise hebben in het beheer van duurzaamheidsthema’s.

Strategie

Bedrijven moeten hun algemene strategie rondom duurzaamheid beschrijven. Dit omvat het bedrijfsmodel, de waardeketen en hoe ze stakeholders betrekken bij hun duurzaamheidsaanpak.

Impact-, risico- en kansenbeheer

Hier wordt verwacht dat bedrijven hun proces voor het identificeren van impacten, risico’s en kansen toelichten. Ook de resultaten van de materialiteitsanalyse moeten hier worden opgenomen.

KPI’s en doelstellingen

Bedrijven moeten rapporteren over de doelstellingen die ze hebben gesteld, de gebruikte meetindicatoren en hoe ze de voortgang van hun acties monitoren en beoordelen.

De ESRS 2 bevat een lijst met datapunten die alle bedrijven verplicht moeten rapporteren, ongeacht de uitkomsten van de dubbele materialiteitsanalyse. Daarnaast stelt de standaard een aantal “minimumvereisten” vast voor alle materiële onderwerpen. Bedrijven moeten de resultaten van hun materialiteitsanalyse gebruiken om te bepalen welke aanvullende informatie moet worden gerapporteerd over specifieke materiële onderwerpen.

Met ESRS 2 krijgen bedrijven een duidelijke structuur voor hun rapportage, zodat de informatie consistent en relevant is voor stakeholders. Het helpt bedrijven ook om transparantie te bieden en hun duurzaamheidsdoelstellingen beter te monitoren.

E1 tot E5: Milieunormen

De milieustandaarden zijn de eerste thematische categorie binnen de ESRS. Ze verplichten bedrijven om over vijf belangrijke thema’s te rapporteren. De milieustandaarden gaan verder dan klimaatverandering en omvatten ook thema’s zoals vervuiling en biodiversiteit.

E1: Klimaatverandering

Bedrijven moeten een klimaattransitieplan opstellen en rapporteren over broeikasgasemissies, energieverbruik en klimaatadaptatie. Dit is een verplicht onderwerp, en als een bedrijf het als niet-materieel beschouwt, moet het extra rechtvaardiging geven en aangeven hoe het hier in de toekomst mee omgaat. Dit maakt rapportage over klimaatverandering in de praktijk vrijwel onvermijdelijk. Kunnen rapporteren over: GHG-emissies (vooral CO₂) op scope 1 en 2 en op scope 3 indien meer dan 750 werknemers

E2: Vervuiling

Hier ligt de focus op de impact van bedrijfsactiviteiten op water, lucht en bodem. Bedrijven moeten rapporteren over de uitstoot van schadelijke stoffen en hoe zij vervuiling beheersen en verminderen.Kunnen rapporteren over: Vastgelegde doelen voor het beheersen en verminderen van vervuiling en het meten van de voortgang ten opzichte van deze doelen Gedetailleerde informatie over de uitstoot van verontreinigende stoffen Schadelijke stoffen: informatie over de productie, het gebruik en de distributie van zorgwekkende stoffen en hun impact op gezondheid en milieu Analyse van de verwachte financiële effecten van vervuilingsgerelateerde risico's en kansen, en hoe die de financiële positie en prestaties op korte, middellange en lange termijn beïnvloeden.

E3: Water- en mariene hulpbronnen?

Bedrijven moeten informatie delen over hun waterverbruik en hoe dit de mariene ecosystemen beïnvloedt, zoals oceaandegradatie. Dit omvat ook maatregelen om negatieve effecten te minimaliseren. Kunnen rapporteren over: Geformuleerde doelen voor het duurzaam beheer en gebruik van water en mariene hulpbronnen, inclusief het meten van de voortgang ten opzichte van vastgestelde doelen en beleidsdoelstellingen Specificaties van waterverbruik en het gebruik van mariene hulpbronnen binnen bedrijfsactiviteiten, evenals rapportage over veranderingen en genomen mitigerende maatregelen Analyse van de financiële implicaties van afhankelijkheid van en invloed op water- en mariene hulpbronnen, inclusief de financiële gevolgen van milieuveranderingen en daaropvolgende bedrijfsmatige aanpassingen.

E4: Biodiversiteit en ecosystemen

Rapportage vereist inzicht in hoe bedrijfsactiviteiten biodiversiteit en ecosystemen aantasten. Bedrijven moeten laten zien welke acties zij ondernemen om schade te beperken en natuur te herstellen. Kunnen rapporteren over: Specificeren van doelen die zijn vastgesteld om biodiversiteit en ecosystemen te ondersteunen en het meten van de voortgang en prestaties tegen deze doelen Meetbare indicatoren van de impact van bedrijfsactiviteiten op biodiversiteit en ecosystemen, en de veranderingen die hierin optreden Analyseren en rapporteren van de verwachte financiële effecten van risico's en kansen met betrekking tot biodiversiteit, en hoe deze de financiële prestaties en positie op korte, middellange en lange termijn beïnvloeden.

E5: Circulaire economie

De focus ligt hier op grondstoffenbeheer, het minimaliseren van afval en het behouden van de waarde van producten en materialen. Bedrijven rapporteren over beleid, doelen en concrete cijfers, zoals het gewicht van gebruikte materialen en het aandeel hernieuwbare grondstoffen. Kunnen rapporteren over: Doelstellingen gerelateerd aan grondstofgebruik en circulaire economie Grondstof in- en uitstromen (hernieuwbaar, hergebruikt, gerecycled, gewicht in ton en % aandeel fracties) (Zie bv aankooprapporten en afvalregister) Potentiële financiële effecten van grondstofgebruik en circulaire economie-gerelateerde impacten, risico's en kansen.

S1 tot S4: Sociale normen

De sociale normen binnen de ESRS richten zich op transparantie over mensenrechten en het welzijn van werknemers en gemeenschappen in de hele waardeketen. Net als bij milieuthema’s moeten bedrijven een dubbele materialiteitsanalyse uitvoeren. Ze moeten toelichten waarom een onderwerp wel of niet materieel is en minimaal verplichte gegevens rapporteren voor materiële onderwerpen.

Bedrijven moeten rapporteren over de volgende vier belangrijke gebieden.

S1: Eigen personeelsbestand

Dit onderdeel vereist een rapportage over de eigen medewerkers van het bedrijf. Onderwerpen zijn werknemersbetrokkenheid, lonen, sociale bescherming en de algemene gezondheid en het welzijn van werknemers. Kunnen rapporteren over: Samenstelling van het personeelsbestand van het bedrijf, onderscheid te maken tussen vaste en tijdelijke contracten, voltijdse en deeltijdse medewerkers Kwaliteit van de arbeidsomstandigheden, te beoordelen in relatie tot verschillende bijdragende elementen Genderverschillen en maximale/gemiddelde loondifferentiatie, werkgelegenheid van gehandicapte werknemers Informatie m.b.t. de context en kwaliteit van de sociale dialoog in de zin van, evenals het respect voor individuele vrijheden

S2: Werknemers in de waardeketen

Bedrijven moeten informatie delen over hun beleid, processen en due diligence-maatregelen met betrekking tot werknemers in de gehele waardeketen. Dit omvat onderaannemers en leveranciers. Kunnen rapporteren over: Aantal leveranciers dat voldoet aan sociale normen, zoals minimumlonen, werktijden en veilige werkomstandigheden Frequentie en resultaten van sociale audits bij leveranciers, inclusief verbeterplannen Maatregelen die genomen worden om kinderarbeid en dwangarbeid in de keten te voorkomen, inclusief due diligence-procedures

S3: Getroffen gemeenschappen

De rapportage richt zich hier op de impact van bedrijfsactiviteiten op lokale gemeenschappen. Dit omvat economische, culturele en politieke rechten van gemeenschappen, evenals specifieke rechten van inheemse volkeren. Kunnen rapporteren over: Aantal initiatieven gericht op de verbetering van lokale infrastructuur, onderwijs of gezondheidszorg Informatie over emissies, afvalbeheer en maatregelen om negatieve milieueffecten voor gemeenschappen te beperken

S4: Consumenten en eindgebruikers

Bedrijven rapporteren over hun impact op consumenten en eindgebruikers, zoals privacy, persoonlijke veiligheid, sociale inclusie en vrijheid van meningsuiting. Kunnen rapporteren over: Aantal incidenten met betrekking tot producten die risico's opleveren voor consumenten en de genomen corrigerende acties Aantal klachten over schendingen van gegevensprivacy en maatregelen om compliance te waarborgen Resultaten van enquêtes naar klanttevredenheid over duurzaamheid en veiligheid van producten

G1: Governance-norm

De derde thematische categorie in de ESRS richt zich op governance, met één standaard die de eisen voor rapportage over zakelijk gedrag vastlegt. Bedrijven moeten rapporteren over de volgende onderwerpen.

  • Beleid en bedrijfscultuur: informatie verstrekken over het beleid met betrekking tot zakelijk gedrag en de bevordering van een sterke bedrijfscultuur, inclusief hoe deze beleid en cultuur bijdragen aan het beheren van materiële impacten, risico's en kansen.
  • Relaties met leveranciers: transparantie bieden over hoe de relaties met leveranciers worden beheerd en de impact hiervan op de toeleveringsketen.
  • Corruptie en omkoping: rapporteren over systemen en procedures om corruptie en omkoping te voorkomen en te detecteren, inclusief training en rapportage van incidenten en resultaten.
  • Politieke invloed en lobbyen: informatie geven over activiteiten en verplichtingen met betrekking tot politieke invloed, inclusief lobbyactiviteiten en hun doelstellingen.
  • Betaalgedrag: inzichten bieden in de betalingspraktijken en de effecten daarvan op KMO's, met nadruk op hoe late betalingen worden beheerd en aangepakt.

De governance standaard vraagt bedrijven om inzicht te geven in hoe ze ethisch en transparant zakendoen. Het biedt stakeholders een duidelijk beeld van de waarden, beleid en praktijken die binnen het bedrijf worden gehanteerd om goed bestuur te waarborgen.

Stappen om te voldoen aan de ESRS-normen

Gezien de uitgebreide eisen en de korte tijd om te voldoen, waar begin je met de voorbereidingen voor CSRD en ESRS? We splitsen het proces op in vijf belangrijke stappen.

Stap 1: Begrijp de ESRS-vereisten

De eerste stap is inzicht krijgen in wat de ESRS-vereisten voor uw organisatie betekenen. Neem de tijd om de standaarden te leren kennen en te begrijpen hoe ze in uw situatie toegepast moeten worden. Elk bedrijf moet dit proces op zijn eigen manier aanpakken. Het is verstandig om de ESRS-standaarden zelf door te nemen en gebruik te maken van de aanvullende richtlijnen van EFRAG, waarin belangrijke onderwerpen worden toegelicht zoals het uitvoeren van een materialiteitsanalyse, het in kaart brengen en de vereiste datapunten. Hoewel het nuttig is om de basis zelf te begrijpen, kan samenwerking met een duurzaamheidsadviseur veel tijd besparen en ervoor zorgen dat u geen belangrijke aspecten over het hoofd ziet.

Stap 2: Leg verantwoordelijkheden vast en voer een dubbele materialiteitsanalyse uit

Zodra u de standaarden begrijpt, is het belangrijk om verantwoordelijkheden binnen uw team vast te leggen en te verdelen. Naast de duurzaamheidsafdeling is nauwe samenwerking nodig met de financiële en juridische afdelingen, en met HR, communicatie en inkoop. Zorg ervoor dat uw medewerkers de nodige kennis krijgen via training, zodat duurzaamheidsrapportage goed wordt ingebed in uw organisatie. Een cruciale taak in deze fase is het plannen van de betrokkenheid van stakeholders en het uitvoeren van de dubbele materialiteitsanalyse. Dit vormt de basis voor uw rapportagebehoeften. U kunt hierbij gebruikmaken van de richtlijnen van EFRAG of een aanpak ontwikkelen die het beste aansluit bij uw organisatie.

Stap 3: Ontwikkel systemen voor dataverzameling en -beheer

De resultaten van de materialiteitsanalyse geven inzicht in welke duurzaamheidsdata u nodig heeft en waar de zwakke punten in uw huidige systemen zitten. Het kan bijvoorbeeld blijken dat u voldoende data heeft over uw eigen activiteiten, maar meer informatie nodig heeft van uw leveranciers. Het gebruik van tools voor traceerbaarheid in de toeleveringsketen kan u helpen om deze leemtes te vullen. Met zulke tools krijgt u een vollediger beeld van uw waardeketen en kunt u voldoen aan zowel de ESRS-vereisten als andere internationale regelgeving, zoals de Corporate Sustainability Due Diligence Directive en de EU Battery Regulation.

Stap 4: Meet prestaties en stel doelen op

Bereid uw rapportage voor door heldere, tijdgebonden en resultaatgerichte doelen te stellen. Voor klimaatrapportage (ESRS E1) moet u bijvoorbeeld reductiedoelen voor broeikasgassen (scopes 1, 2 en 3) vaststellen voor 2030 en 2050. Daarnaast moet u laten zien hoe u deze doelen monitort en beoordeelt. Veel doelen die u moet rapporteren, overlappen met andere internationale standaarden zoals ISSB en GRI, wat uw werk kan vereenvoudigen. Een belangrijk onderdeel is uw klimaattransitieplan (ESRS E1). U moet hierin verschillende klimaatscenario’s overwegen, emissiereductiedoelen opstellen en laten zien hoe u de voortgang meet.

Stap 5: Bereid uw rapportage voor een schakel externe auditors in

In de laatste stap integreert u alle verzamelde informatie in uw jaarlijkse bestuursverslag. Dit verslag moet onder andere bevatten: Een analyse van de ontwikkeling en prestaties van uw bedrijf. Een beschrijving van belangrijke risico’s en kansen. Toekomstverwachtingen van uw organisatie. Een verklaring over corporate governance. Een duurzaamheidsverklaring met gedetailleerde rapportage over de algemene en thematische standaarden. Voor de duurzaamheidsverklaring is verificatie door een externe auditor vereist, net zoals bij financiële gegevens. Hoewel de ESRS hoge eisen stelt, wordt niet verwacht dat u vanaf het eerste jaar perfecte data en prestaties levert. Zie het als een groeiproces. Elk jaar wordt uw rapportage beter en transparanter, wat u in staat stelt om beter geïnformeerde beslissingen te nemen en uw organisatie verder te versterken.

Datapunten

Onder de CSRD moeten bedrijven duurzaamheidsinformatie rapporteren, ingedeeld in drie soorten datapunten binnen de ESRS: beleid, KPI's en narratieven. Er zijn meer dan duizend van die datapunten waar bedrijven rekening mee moeten houden.

Beleid

Beleid omvat formele verklaringen en strategieën die de duurzaamheidsaanpak van het bedrijf beschrijven, zoals duurzaamheidsbeleid, strategische doelstellingen en governance-structuren.

KPI's

KPI's (Key Performance Indicators) zijn kwantitatieve metingen die de prestaties op specifieke duurzaamheidsgebieden evalueren. Voorbeelden zijn CO2-uitstoot, energieverbruik, watergebruik, diversiteit op de werkvloer en arbeidsveiligheid.

Narratieven

zijn kwalitatieve beschrijvingen die context en diepgaand inzicht bieden in de duurzaamheidsinspanningen. Dit omvat beschrijvingen van risico's en kansen, case studies van succesvolle projecten, stakeholderbetrokkenheid en toelichtingen op behaalde of niet-behaalde prestaties.

Start your CSRD journey
with Sustacon

Hans and his team are ready to help you navigate the complexities of the CSRD. Get in touch with us today to learn more about our services and how we can support your business.

Contact us
Hans Verboven