Europese regeldrift ondermijnt onze economie meer dan Trump

Vrijdag voert de Amerikaanse president Donald Trump de nieuwe invoertarieven voor Europa in: 15 procent op een brede waaier aan producten. Dat vormt onmiskenbaar een economische klap voor de industrie. Wie echter meent dat de grootste bedreiging van buiten komt, vergist zich. Het structurele probleem zit in Brussel.

Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bedragen de handelsbelemmeringen in de Europese Unie gemiddeld 44 procent voor goederenverkeer en zelfs 110 procent voor diensten, zo becijferde de instelling vorig jaar.

Ter vergelijking: het nieuwe Amerikaanse tarief, dat vrijdag ingevoerd wordt, bedraagt ‘slechts’ 15 procent. Terwijl men zou verwachten dat de interne markt het vrij verkeer van goederen en diensten waarborgt, blijkt die in de praktijk een kluwen van tegenstrijdige normen, bureaucratische lasten en juridische versnippering.

  • De auteur
    Hans Verboven is professor ethisch en duurzaam ondernemen aan de Universiteit Antwerpen.
  • De kwestie
    De Amerikaanse invoerheffingen van 15 procent op Europese producten zijn niet het belangrijkste probleem voor Europa.
  • De conclusie
    De grootste geopolitieke dreiging is niet de Amerikaanse president Donald Trump, maar Europese zelfgenoegzaamheid en regeldrift.

Mario Draghi, de voormalige voorzitter van de Europese Centrale Bank en oud-premier van Italië, bracht die realiteit recent nog onder woorden: 'De interne obstakels schaden de Europese groei méér dan alle Amerikaanse tarieven samen.'

Institutionele wildgroei

De Europese interne markt werd opgevat als een vrijhandelszone van het Portugese Lissabon tot het Poolse Gdansk. De werkelijkheid is minder eenduidig. Nationale regeringen voegen eigen verplichtingen toe aan Europese richtlijnen. Sectoren werken op onverenigbare digitale platformen. Certificaten worden slechts mondjesmaat wederzijds erkend.

In de eerste helft van dit jaar vaardigde de Europese Commissie al 1.364 nieuwe regels uit.

Vlaamse bedrijven die hun producten in Frankrijk of Portugal willen aanbieden, stuiten op onbegrip voor hun milieucertificaten of verpakkingslabels. Dat belemmert niet enkel handel, maar ondermijnt ook het Europese project zelf. Regels die bescherming beogen, ontsporen al te vaak in complexiteit en vormen een rem op grensoverschrijdende bedrijvigheid.

De Taxpayers Association of Europe becijferde dat de Europese Commissie in de eerste helft van 2025 alleen al 1.364 nieuwe regels uitvaardigde. Tussen 2019 en 2024 verschenen ruim 13.000 rechtsakten, bijna vier keer meer dan in de Verenigde Staten in dezelfde periode. Men noemt dit niet ten onrechte institutionele wildgroei.

Vereenvoudiging

Het politieke elan om in dit woud van regels te snoeien, blijkt gering. Toch is precies dat nodig: een grondige doorlichting van het bestaande wetgevende kader, gekoppeld aan een bestuurlijke herstructurering. Meer marktlogica, minder micromanagement.

Er is een grondige doorlichting van het bestaande wetgevende kader nodig, net als een bestuurlijke herstructurering. Meer marktlogica, minder micromanagement.

De Europese Commissie zette met het eerste Omnibus-voorstel een voorzichtige stap in de juiste richting. Dit pakket voorziet in vereenvoudigingen van onder meer de richtlijn rond duurzaamheidsrapportering CSRD en is gestoeld op het proportionaliteitsbeginsel. Een tweede voorstel, aangekondigd voor het najaar, zou zich richten op de herziening van onder meer de EU Deforestation Regulation, de Green Claims Directive, de Industrial Emissions Directive en het regelgevend kader rond dwangarbeid.

Het feit dat ook symbolisch geladen dossiers aan vereenvoudiging worden onderworpen, wijst op een kentering. Niet evident met de 27 hoofdsteden die zich via alle wegen en omwegen mengen in de Europese politiek.

Bestuurlijke geloofwaardigheid

Strategische autonomie prijkt op de agenda van elke Europese lidstaat. Maar autonomie vergt in de eerste plaats bestuurlijke geloofwaardigheid. Die ontbreekt wanneer het regelgevend kader jaarlijks verdrievoudigt, zonder inhoudelijke coördinatie of uitvoeringstoets.

Niemand pleit voor blinde deregulering. Wat wél vereist is, is een kritische selectie op relevantie, een gerichte harmonisatie en de politieke moed om los te laten wat niet werkt. De Europese Commissie heeft met haar Omnibus-traject het goede voorbeeld gegeven. Nu is het belangrijk die lijn te blijven volgen, consequent, thematisch onderbouwd en met aantoonbare vereenvoudigingseffecten.

De belofte van Commissievoorzitster Ursula von der Leyen om de komende drie jaar voor 750 miljard euro fossiele energie in de Verenigde Staten aan te kopen, verdient alvast het etiket van onrealistische realpolitik. Ze ondermijnt de geloofwaardigheid van het Europees beleid.

De grootste geopolitieke dreiging is niet Trump, maar Europese zelfgenoegzaamheid en regeldrift.

Hans Verboven
Hans VerbovenFounder & CEO

Start your sustainability journey
with Sustacon

We are ready to help you build a sustainable future for your organisation. Get in touch with us today to learn more about our services and how we can support your business.

Contact us